Deze doornloze braam bloeit in april en mei en de vruchten zijn rijp in augustus/september. Hij heeft mooie grote vruchten, de smaak is licht zoet/zuur. Heerlijk om vers van de struik te eten of om bijvoorbeeld sap van te maken. De standplaats is in de zon of halfschaduw op een licht zandige humusrijke grond. Hij heeft niet veel last van ziektes en is goed winterhard.
Algemeen:
Bramen (Rubus) groeien in Nederland vrijwel overal in het wild, er zijn veel verschillende soorten en variëteiten. Ook zijn er een groot aantal gekweekte soorten. Het is een krachtige groeier en groeit op vrijwel iedere goede tuin grond. Maar de braam is niet heel geschikt voor een kleine moestuin. De braam is zelf bestuivend, dus hier is geen andere braam nodig om vruchten te krijgen. De meeste bramen kun je direct van de struik eten. Bramen eenmaal geplukt, dan kun je ze niet heel lang bewaren. Wel kunnen je ze invriezen, zodat je ze op een later moment kunt eten. Takken die gebloeid hebben, bij de grond afsnoeien. Eenjarige takken laten staan, die zijn de vruchttakken voor het volgende jaar.
Span vóór het rijpen een net over de tuinplant, om de bessen te beschermen tegen eetgrage vogels.