De olijfboom is karakteristiek door zijn knoestige oude stammen en groen/grijze leerachtige bladeren. Eerst is de stam van een olijfboom glad, maar naarmate deze ouder wordt zal de stam steeds ruwer worden. Het zijn sterke bomen. Van april tot juni hangen kleine witte bloesems in trossen aan de takken van de olijfboom. Deze bloesems verspreiden een zoete en aangename geur. De vrucht van de olijfboom is een op een pruim lijkende steenvrucht met een dun vel en zeer olierijk vruchtvlees. Het is een groenblijvende boom.
De olijfboom kan gesnoeid worden voor vormsnoei, maar kan eventueel ook geknot worden. Wil je dat de boom gaat vrucht dragen, dan moet je de takken nooit korter dan 20 cm snoeien.
Deze olijfboom is windbestendig, verdraagt ook zeewind. U kunt hem het beste op een plek in de volle zon plaatsen. De olijfboom houdt van een licht vochtige grond, dus geef hem in de zomer water maar zorg dat zijn wortels niet in een laag water komen te staan.
De olijfboom kan tot ongeveer -8 graden verdragen. Wanneer het kouder wordt, bescherm de boom dan goed met vliesdoek en de kluit kunt u beschermen met stro, of afdekken met plastic of een plank zodat deze niet te nat wordt. Wanneer de olijfboom is een pot staat, is het het beste om deze met strenge vorst binnen op een koele plaats te zetten met genoeg zonlicht. Tijdens deze overwintering is het normaal dat de olijf wat blad verliest. Vanaf het moment dat hij weer in het zonnetje kan staan, herstelt hij zich.